In een reageerbuis produceren we waterstofgas of diwaterstof door een reactie tussen zink en waterstofchloride-oplossing. Het waterstofgas dat ontsnapt ontploft met een doffe knal als we de opening van de reageerbuis bij een vlam brengen. Het reageert dan met zuurstofgas of dizuurstof uit de lucht en bij die reactie ontstaat water (synthese van water).
Bekijken we de synthese van water: een mengsel van diwaterstof en dizuurstof ontploft bij ontsteking met een knal: knalgas. Laten we veronderstellen dat we 10 moleculen diwaterstof en 5 moleculen dizuurstof samenvoegen. Diwaterstof bestaat uit moleculen die opgebouwd zijn uit twee H-atomen. Dizuurstof bestaat uit moleculen die opgebouwd zijn uit twee O-atomen. Al die moleculen bewegen wanordelijk door elkaar (gassen!) en zullen dus ook met elkaar botsen. Bij botsingen tussen diwaterstof- en dizuurstofmoleculen kunnen nieuwe moleculen ontstaan: water.
Onderstaand schema geeft het verloop van de reactie weer.
Vóór de reactie
Na samenvoegen
Na de reactie
We kunnen het bovenstaande verloop dus als volgt kort weergeven:
10 H2 + 5 O2 → 10 H2O
In de reactievergelijking stellen we echter enkel voor volgens welke (kleinste) verhouding de moleculen reageren:
2 H2 + 1 O2 → 2 H2O
De voorgetallen in een reactievergelijking noemt men coëfficiënten. Omdat de coëfficiënt 1 niet geschreven wordt, wordt dit uiteindelijk:
2 H2 + O2 → 2 H2O
Een reactievergelijking is goed geschreven als
de formule van elke stof correct geschreven is (H2O is de juiste formule van water, H2O2 is de formule van een andere stof en dus foutief , HO2 bestaat niet),
in beide leden van de reactievergelijking (linkerlid en rechterlid) evenveel atomen van elke soort voorkomen (massabehoud).
linkerlid
rechterlid
H
O
H
O
2 H2
O2
2 H2O
4
2
4
2
Samengevat
Reactievergelijking
Een reactievergelijking is goed geschreven als de formule van elke stof correct geschreven is en als in beide leden van de reactievergelijking evenveel atomen van elke soort voorkomen.