9. pH van een oplossing van een zwakke base
Als de zwakke base NH3 (ammoniak) opgelost wordt in water, zullen slechts enkele NH3-moleculen een proton opnemen:
NH3(aq) + H2O(vl) NH4+(aq) + OH-(aq)
[OH-] , pOH en pH van de oplossing kunnen berekend worden uit Kb.
Voorbeeld: pH van 0,1 mol/L NH3.
|
NH3 |
NH4+ |
OH- |
Begin |
0,1 mol/L |
0 mol/L |
0 mol/L (*) |
D |
- x mol/L |
+ x mol/L |
+ x mol/L |
Evenwicht |
(0,1 - x) mol/L |
x mol/L |
x mol/L |
(*) De hydroxide-ionen afkomstig van de ionisatie van water zijn te verwaarlozen. De zwakke base NH3 (Kb = 1,8 x 10-5) is veel sterker dan de zwakke base H2O (Kb = 1,0 x 10-14).
Bij evenwicht vinden we dus: [OH-] = 1,3 x 10-3 mol/L pOH = - log 1,3 x 10-3 = 2,88.
pH + pOH = 14 pOH = 11,12.
Samengevat
pH van een oplossing van een zwakke base in water
|
Bereken de concentraties bij evenwicht
Bereken de pOH
Bereken hieruit de pH
|