Schrijf de elektronenconfiguratie van volgende elementen. Geef ook telkens het aantal valentie-elektronen.
a. B (boor)
Hoeveel elektronen bevat een B-atoom?
Schrijf de elektronenconfiguratie.
Schrijf de elektronenconfiguratie ook in verkorte vorm.
Hoeveel valentie-elektronen heeft een B-atoom?
Hoeveel elektronen bevat een P-atoom?
Schrijf de elektronenconfiguratie.
Schrijf de elektronenconfiguratie ook in verkorte vorm.
Hoeveel valentie-elektronen heeft een P-atoom?
Hoeveel elektronen bevat een I-atoom?
Schrijf de elektronenconfiguratie.
1s2 2s2 2p6 3s2 3p6 3d10 4s2 4p6 4d10 5s2 5p5
Schrijf de elektronenconfiguratie ook in verkorte vorm.
Hoeveel valentie-elektronen heeft een I-atoom?