5. Chemisch rekenen
Volgende onderwerp

1. Atoommassa

De SI-eenheid van massa is het kilogram (kg). De massa-eenheid die we voor atomen gebruiken is u (unit).

m(H) = 1,0 u m(O) = 16,0 u m(C) = 12,0 u

De u is een gekozen atoommassa-eenheid.

In de praktijk worden vooral relatieve atoommassa’s gebruikt.
Zo is de relatieve atoommassa van koolstof: Ar(C) = 12,0 u / 1 u = 12,0
Voor berekeningen ronden we de atoommassa’s meestal eerst af tot op 1 decimaal.

Voorbeelden

Atoomsoort Absolute atoommassa m Relatieve atoommassa Ar
H 1,0 u 1,0
O 16,0 u 16,0
S 32,1 u 32,1

Samengevat

Atoommassa
De atoommassa van een element kan teruggevonden worden in het PS.
Het is de gemiddelde waarde van de massa's van de verschillende isotope nucliden van dat element, rekening houdend met het procentuele voorkomen in de natuur.
Volgende onderwerp