Vorige onderwerp
2. Atoombouw
Volgende onderwerp

3. Subatomaire deeltjes

Atomen zijn dus opgebouwd uit protonen, neutronen en elektronen. Die subatomaire deeltjes hebben een kenmerkende massa en lading. De aantallen ervan verschillen van atoom tot atoom.

Naam Locatie Symbool Aantal Relatieve massa* Relatieve lading**
proton kern p+ Z 1,007 276 1+
neutron kern n A - Z 1,008 665 0
elektron mantel e- Z 0,000 549 1-

* t.o.v. de atoommassa-eenheid 1,6610-27 kg
** t.o.v. de elementaire lading 1,610-19 C

Het atoomnummer Z (rangnummer, protonengetal, plaatsnummer) kan afgelezen worden in het periodiek systeem. Het atoomnummer Z geeft het aantal protonen in de kern weer en ook het aantal elektronen in de mantel.

Merk op dat het aantal (negatieve) elektronen in de elektronenwolk gelijk is aan het aantal (positieve) protonen in de kern: atomen hebben namelijk geen lading, het zijn neutrale deeltjes.

De kerndeeltjes (protonen en neutronen) noemt men ook nucleonen. Het nucleonengetal A geeft het aantal nucleonen (protonen + neutronen) weer. Het wordt ook massagetal genoemd.

Het verschil AZ geeft het aantal neutronen in de kern. Het massagetal A vinden we niet terug in het PS. Het is verschillend voor de verschillende isotope nucliden van het element.

Een nuclide van een bepaald element E wordt als volgt voorgesteld:

Samengevat

Subatomaire deeltjes
Een atoom is opgebouwd uit protonen, neutronen en elektronen.
De positieve protonen en de neutrale neutronen bevinden zich in de kern. Die bevat praktisch de volledige massa.
De negatieve elektronen vinden we terug in de elektronenmantel.
Atomen zijn neutraal: er zitten evenveel protonen in de kern als er elektronen aanwezig zijn in de mantel.
Uit het atoomnummer Z en het massagetal A kunnen we de aantallen van ieder deeltjestype berekenen.
Vorige onderwerp
Volgende onderwerp