Voor een bepaald proces is q = −10 kJ en w = 25 kJ. Welke van onderstaande bewering is juist?

A

De inwendige energie van het systeem neemt af.

B

De inwendige energie van het systeem neemt toe.

C

Het systeem neemt warmte op uit de omgeving.

D

Het systeem oefent een arbeid uit op de omgeving.

Terug