Gegeven de (niet-gebalanceerde) reactie:

6,36 g Cu laat men reageren met 100 mL 1,0 mol/L HNO3. Welke bewering is juist?

A

Cu en HNO3 reageren in een molverhouding 1/1.

B

Cu is het limiterend reagens. 0,062 mol HNO3 reageert niet.

C

Er wordt 0,08 mol H2O(vl) gevormd.

D

HNO3 is het limiterend reagens. Er blijft 0,062 mol Cu over.

Terug