Hard water bevat opgeloste Ca2+- en Mg2+-ionen.
Eén manier om dit water te ontharden is door het toevoegen van fosfaten.
Het fosfaatanion vormt onoplosbare neerslagen met calcium- en magnesiumionen waardoor deze uit de oplossing verwijderd worden.
Neem aan dat een oplossing 0,050 mol.L-1 calciumchloride bevat en 0,085 mol.L-1 magnesiumnitraat.
Welke massa natriumfosfaat moet dan worden toegevoegd aan 1,5 L van deze oplossing
om alle ionen, verantwoordelijk voor de hardheid, te verwijderen?
Ga er van uit dat de reacties volledig aflopend zijn.
Schrijf de reacties tussen de Ca2+–ionen en de Mg2+–ionen enerzijds en de fosfaationen anderzijds.
Hoeveel CaCl2 is er aanwezig in 1,5 L 0,050 mol.L-1 CaCl2-oplossing?
Hoeveel Ca2+-ionen zijn daarin aanwezig?
Hoeveel MgCl2 is er aanwezig in 1,5 L 0,085 mol.L-1 Mg(NO3)2-oplossing?
Hoeveel Mg2+-ionen zijn daarin aanwezig?
Hoeveel mol Na3PO4 is nodig om met deze ionen (0,075 mol Ca2+-ionen en 0,13 mol Mg2+-ionen) te reageren?