De concentratie Cu2+-ionen in 0,800 L water, afkomstig van een bedrijf, wordt bepaald door een overmaat van een waterige natriumsulfide-oplossing toe te voegen.
Er treedt een reactie op waarbij koper(II)sulfide neerslaat.
Schrijf de gebalanceerde reactievergelijking en bereken de stofhoeveelheidsconcentratie (molariteit) van de Cu2+-ionen
als bij het experiment 0,0177 g vast CuS wordt gevormd.
In het geanalyseerde staal zijn ook sulfaationen aanwezig.
Schrijf de gebalanceerde reactievergelijking.
Hoeveel mol is 0,0177 g vast CuS?
Hoeveel mol Cu2+-ionen waren er dus aanwezig in het staal?
Wat was de concentratie van de Cu2+-ionen?