10,0 mL 0,50 mol/L CaCl2-oplossing, 10,0 mL 0,50 mol/L NH3-oplossing en 10,0 mL 0,050 mol/L NH4+-oplossing worden samengevoegd.
Slaat er Ca(OH)2 neer?
Ks (Ca(OH)2) = 1,3.10-6
Ka (NH4+) = 10-9,24
Onder welke voorwaarde slaat Ca(OH)2 neer?
Bereken [Ca2+] in het mengsel.
Bereken [NH3] in het mengsel.
Bereken [NH4+] in het mengsel.
[NH3] en [NH4+] vormen een buffer. Bereken de pH ervan, gevolgd door de pOH en de [OH-].
Ontstaat er een neerslag van Ca(OH)2? (zie punt 1)