a. Geef de reactiesnelheidsvergelijking. Wat is de orde van de reactie?
Schrijf de algemene uitdrukking voor de reactiesnelheid (reactiesnelheidsvergelijking).
Vergelijk gegevens 1 en 2 en leid daaruit de orde t.o.v. Cl2(g) af.
Vergelijk gegevens 2 en 3 en leid daaruit de orde t.o.v. NO(g) af.
Bepaal nu de totale orde van de reactie.
De totale orde van de reactie is 3.
b. Geef de waarden en de eenheden van de reactiesnelheidsconstante.
Leid k af uit de reactiesnelheidsvergelijking.
Bereken nu k met (bijv.) de derde reeks gegevens.