Een oplossing die 1,00 mol aceton en 1,50 mol chloroform bevat heeft een dampdruk van 0,333 bar bij 35°C.
Bij deze temperatuur is de dampdruk van zuiver aceton 0,459 bar en die van zuiver chloroform 0,393 bar.
a. Wat zou de dampdruk van deze oplossing zijn indien het mengsel zich ideaal zou gedragen?
Bereken de samenstelling van het vloeistoffenmengsel: mol → c.
Pas de wet van Raoult toe en bereken de dampdruk van het vloeistoffenmengsel.
b. Vertoont dit mengsel een positieve of een negatieve afwijking t.o.v. de wet van Raoult?
Stel dat aceton en chloroform een azeotroop mengsel vormen met 21 mol-% aceton.
c. Schets het bijhorende P,c-diagram.
d. Wordt bij mengen van die twee componenten warmte vrijgesteld of opgenomen?
e. Vertoont dit mengsel een minimum of een maximum in het overeenkomstige T,c-diagram?
f. Is het mogelijk een mengsel dat 50 mol% van elke component bevat, door gewone destillatie in zijn componenten te scheiden?
g. Bij ideale gefractioneerde destillatie van dit laatste mengsel: wat destilleert eerst over en wat laatst?